Blog: Annotatie vakblad Gemeentestem: Alsnog handhaven na eerder te hebben gedoogd

In het juridische vakblad De Gemeentestem (Gst. 2022/66) is een annotatie verschenen van mr. Yuval Schönfeld van Pouderoyen Tonnaer over de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 26 januari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:249).

De uitspraak die is geannoteerd heeft betrekking op het alsnog handhaven nadat eerder de overtreding een tijd is gedoogd. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het actief gedogen (middels een schriftelijke gedoogbeslissing) en het passief gedogen (het vanuit het bevoegd gezag niets doen tegen de overtreding). U kunt de annotatie via deze link kunt downloaden.

De Afdeling overwoog in de geannoteerde uitspraak het volgende. Een gedoogbeslissing neemt het illegale karakter van de activiteiten niet weg. Met de gedoogbeslissing heeft het college ook niet bij appellante de verwachting gewekt dat het niet meer handhavend zou optreden. Het vertrouwensbeginsel strekt niet zo ver dat van een gedoogbeslissing niet kan worden teruggekomen. Wel moet het college deze betrekken bij het handhavingsbesluit. Dat heeft het college ook gedaan. Het heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat het gehouden is handhavend op te treden tegen de geconstateerde overtredingen. Die overtredingen zijn in de loop van de jaren steeds verder vergroot. Dat het college de gedoogbeslissing heeft genomen om appellante tegemoet te komen tot de pensionering van haar vennoot, betekent niet dat met de last onder dwangsom geen rekening is gehouden met de belangen van appellante om de bedrijfsvoering ter plaatse te kunnen voortzetten.   

De Afdelingsuitspraak van 26 januari 2022 is een nadere uitwerking van de richtinggevende Afdelingsuitspraak van 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1356 waarin een kader is gegeven voor het alsnog handhaven na het nemen van een schriftelijke gedoogbeslissing (in deze belangwekkende uitspraak is overigens ook voor de duidelijkheid expliciet overwogen dat een gedoogbeslissing géén besluit in de zin van de Awb is). De gedoogbeslissing heeft het karakter van een (al dan niet voorwaardelijke) toezegging van het bevoegd gezag dat vooralsnog niet tot handhavend optreden wordt overgegaan. Een gedoogbeslissing bevat geen (definitief) standpunt van het bestuursorgaan over de verhouding tussen de overtreding en de belangen van derden. Indien een bestuursorgaan alsnog tot handhaving overgaat of een handhavingsverzoek ontvangt, is de gedoogbeslissing één van de factoren die het bestuursorgaan bij zijn handhavingsbesluit moet betrekken. Andere factoren zijn daarbij onder meer de aard, ernst, duur en aanvang van de overtreding, de belangen van derden en eventueel gewijzigde omstandigheden. Het vertrouwensbeginsel strekt volgens de Afdeling niet zo ver dat van een gedoogbeslissing niet kan worden teruggekomen. De betekenis van een gedoogbeslissing is in zoverre dus betrekkelijk.

Bij passief gedogen is de hoofdlijn in de jurisprudentie dat het enkele feit dat het bevoegd gezag bekend was met de overtreding, maar daartegen gedurende langere tijd (soms zelfs tientallen jaren) niet heeft opgetreden, onvoldoende is om tot het oordeel te komen dat daardoor het gerechtvaardigde vertrouwen is gewekt dat niet meer zal worden gehandhaafd (zie onder andere: ABRvS 17 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2591, ABRvS 29 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:257, ABRvS 26 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2011, JBO 2019/256 , m.nt. D. van der Meijden,  ABRvS 24 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3455 en zie hieromtrent ook de noten van L.J.A. Damen in AB 2021/45 en AB 2018/344).

Al met al blijkt dat het gedogen van de overtreding geen beletsel hoeft te zijn voor handhavend optreden, mits alle belangen goed tegen elkaar worden afgewogen (zeker als er ook belangen van derden in het geding zijn).

Meer weten?
Heeft u een vraag over het handhavingsrecht, het ruimtelijk bestuursrecht, over een bestemmingsplankwestie of over de Omgevingswet? Neem dan contact op met Pouderoyen Tonnaer.